Allen Ginsberg, één van de grondleggers van de beat generation, moet van de inwoners van Hermosa Beach, een plaatsje iets ten noorden van Los Angeles, verdwijnen van een muurschildering die momenteel gemaakt wordt door kunstenaar Timothy Robert Smith in hun stad. Reden is niet een herziene uitspraak van rechters betreffende zijn boek Howl, om deze weer te verbieden, maar om zijn lidmaatschap van de Amerikaanse pedoclub NAMBLA (North American Man/Boy Love Association).

© Timothy Robert Smith
Ginsberg, zelf geen pedofiel, op de muurschildering zittend aan tafel met Miles Davis en Linda Ronstadt, vond het in de jaren ’80 nodig om steun te betuigen aan het vrije woord. Hij vond dat als andere randgroeperingen zoals de American Nazi Party en de Flat World Society mogen zeggen wat zij willen, NAMBLA dat ook mag doen.
Het was de tijd dat Ronald Reagan en George Bush samen de scepter zwaaiden in het Witte Huis en een nieuwe golf van censuurschap door de Verenigde Staten gaande was. En, dat orale en anale seks tussen mannen nog steeds verboden was, hetgeen de homoseksuele Ginsberg woedend maakte.

Timothy Robert Smith
Als Ginsberg ergens tegen was, was het censuur. Iets wat hij, toen zijn boek Howl & Other Poems uitkwam, zelf ondervond. De zin “Who let themselves be fucked in the ass by saintly motorcyclists, and screamed with joy” in het titelgedicht, zorgde ervoor dat het verboden werd door uitingen van obsceniteit. Iets wat vriend en uitgever van Ginsberg, Lawrence Ferlinghetti met succes aanvocht.
Ondertussen is Ginsberg op de muurschildering vervangen door de Amerikaanse country zanger, Ramblin’ Jack Elliott.