Het is lang geleden dat ik een column schreef. Waarom? Daar zijn vele excuses voor te verzinnen, maar de voornaamste is dat ik gewoon niet wist of ik wat zinnigs te melden had. En als ik dat al wel denk te weten, dan reist mij de vraag of iemand anders op ‘iets zinnigs’ van mij zit te wachten.
Ik bedoel, natuurlijk kan ik mijn zorgen uiten over bepaalde maatschappelijke knelpunten en kan ik met mijn spreekwoordelijke zwaard zwieren om andersdenkenden een koppie kleiner te maken. Maar, de politiek als beroep heb ik al rond de eeuwwisseling, gedesillusioneerd achter mij gelaten. Ik ben zelfs geen lid meer van de partij welke ik toentertijd vertegenwoordigde in de Zoetermeerse gemeenteraad: de Socialistische Partij.
Niet dat ik het niet zou willen hoor, mijn radicaal links gedachtegoed over u heen te spuien, maar wat doet dit ertoe op een site dat gewijd is aan de poëzie. Als ik nu een Dichter des Vaderlands was geweest dan had het anders gelegen en kon ik zonder blikken of blozen het hele land bereiken met een gedicht of onder het mom van de poëzie, waarin ik enge mensen en hun ideologieën aan de kaak stel die grip proberen te krijgen op de samenleving waarin wij leven.
Onze samenleving houdt namelijk niet op waar ooit grenzen in gedachten, of op papier getrokken zijn. Sterker nog óver grenzen, daar floreert de samenleving juist. Want zeg nou zelf, iedere dag dat oer-Hollandse prakkie doet je toch, minimaal soms, verlangen naar een Spaanse paella, een Italiaanse lasagna, een Vietnamese Bánh mì, een Turkse lahmacun, ook wel bekend als de Turkse pizza, of een Arabisch nummer op te lezen wanneer je bij de Chinees een gerecht besteld.
Een aantal jaren geleden liet ik een t-shirt drukken met daarop de door James Dean geïnspireerde tekst: Poet Without A Cause. Het idee om dat shirt te maken, was net zo sterk om te zeggen dat de enige taak van mijn poëzie is om lezers en luisteraars en aanschouwers te vermaken.
Waarom mensen jouw gedachtegoed opdringen? Een vraag, waar ik geen antwoord op kon of eigenlijk wilde geven.
Nu doe ik dat wel.
Het is omdat iedereen zijn of haar mond houdt. En dat heb ik nooit gekund.